Twijfel je weleens of je ‘hun’ of ‘hen’ moet gebruiken? Of schrijf je ‘teveel’ aan elkaar terwijl het eigenlijk los moet? Je bent niet de enige! Taalfouten sluipen er makkelijk in. Gelukkig kun je ze eenvoudig voorkomen. In deze gids leer je hoe.

Veelgemaakte taalfouten en hoe je ze voorkomt

Taal is prachtig, maar ook pittig. Zeker in het Nederlands zijn er van die instinkers die bijna iedereen weleens maakt. We zetten de meest gemaakte fouten voor je op een rij, mét uitleg, zodat jij ze voortaan moeiteloos ontwijkt. En wil je daarna verder oefenen of je taalkennis écht versterken? 

Dan is er een makkelijke manier om dat aan te pakken!

Volg de cursus Nederlands Foutloos Schrijven en Spreken »

Vraag meteen een gratis proefles aan!

⇾ 1.  'Hun' of 'hen' gebruiken

Een veelvoorkomende fout is het verwarren van 'hun' en 'hen'.

 'Hen' gebruik je als lijdend voorwerp of na een voorzetsel.
 Voorbeeld: Ik zie hen morgen.

 'Hun' gebruik je als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel.
 Voorbeeld: Ik geef hun een cadeau.

Tip: Vervang het woord door hem. Als hem goed klinkt, gebruik dan hen; als aan hem beter klinkt, gebruik dan hun.

⇾ 2.  'Me' of 'mijn' gebruiken

In informeel taalgebruik wordt 'me' vaak gebruikt in plaats van 'mijn', maar dit is grammaticaal onjuist.

 'Me' is een persoonlijk voornaamwoord.
 Voorbeeld: Geef me dat boek.

● 'Mijn' is een bezittelijk voornaamwoord.
 Voorbeeld: Mijn boek ligt op tafel.

Tip: Vervang 'mijn' door 'jouw'. Als 'jouw' goed klinkt, hoort 'mijn' er te staan.

⇾ 3.  'Teveel' of 'te veel' schrijven

Deze woorden lijken op elkaar, maar hebben verschillende betekenissen.

 'Te veel' (los) betekent een overmaat.
 Voorbeeld: Ik heb te veel gegeten.

 'Teveel' (aan elkaar) is een zelfstandig naamwoord dat 'overschot' betekent.
 Voorbeeld: Er is een teveel aan informatie.

Tip: Vervang 'te veel' door 'te weinig'. Als dat logisch klinkt, schrijf je het los.

⇾ 4.  'Die' of 'dat' gebruiken

Het gebruik van 'die' en 'dat' hangt af van het woord waarnaar je verwijst.

 'Die' gebruik je bij de-woorden.
Voorbeeld: De man die daar loopt.

 'Dat' gebruik je bij het-woorden.
Voorbeeld: Het huis dat ik kocht.

Tip: Kijk naar het lidwoord van het zelfstandig naamwoord: de = die, het = dat.

⇾ 5.  'Als' of 'dan' gebruiken

Deze woorden worden vaak door elkaar gehaald bij vergelijkingen.

 'Als' gebruik je bij gelijkheid.
 Voorbeeld: Hij is net zo groot als ik.

 'Dan' gebruik je bij ongelijkheid.
 Voorbeeld: Hij is groter dan ik.

Tip: Denk aan de standaardzin: Even groot als, groter dan.

⇾ 6.  'Word' of 'wordt' schrijven

Het vervoegen van werkwoorden kan lastig zijn, vooral bij 'word' en 'wordt'.

 'Word' gebruik je bij 'ik'.
 Voorbeeld: Ik word moe.

 'Wordt' gebruik je bij 'hij/zij/het'.
 Voorbeeld: Hij wordt moe.

Tip: Vervang het werkwoord door 'lopen'. Als je zegt hij loopt, dan moet er een 't' bij.

⇾ 7.  Samenstellingen correct schrijven

In het Nederlands schrijf je samenstellingen meestal aan elkaar.

✖ Lange afstand relatie
✔ Langeafstandsrelatie

Tip: Als je twee woorden samenvoegt tot één begrip, schrijf je ze aan elkaar.

⇾ 8.  'Sowieso' correct spellen

'Sowieso' wordt vaak verkeerd gespeld als 'zowiezo' of 'sowiezo'.

✔ Correcte spelling: sowieso


Tip: Onthoud dat 'sowieso' altijd met een 's' begint.

⇾ 9.  'Ik besef me' vermijden

De uitdrukking 'ik besef me' is incorrect.

✖ Ik besef me dat ik te laat ben.
✔ Ik besef dat ik te laat ben.
✔ Ik realiseer me dat ik te laat ben.

Tip: Gebruik 'besef' zonder 'me', of vervang het door 'ik realiseer me'.

⇾ 10.  'Jou' of 'jouw' gebruiken

Deze woorden worden vaak verward.

'Jou' is een persoonlijk voornaamwoord.
Voorbeeld: Ik zie jou.

'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord.
Voorbeeld: Jouw boek ligt op tafel.

Tip: Vervang 'jouw' door 'mijn'. Als dat logisch klinkt, gebruik je 'jouw'.

Klaar om door te pakken?

Taalfouten maken we allemaal. Maar jij weet nu precies hoe je ze voorkomt. Met wat aandacht én oefening schrijf je foutloos en vol zelfvertrouwen. En wil je nóg meer uit je taalvaardigheid halen? Dan is dit hét moment om zelfstandig aan de slag te gaan.


Online, wanneer het jou uitkomt.

Volg de cursus Nederlands Foutloos Schrijven en Spreken »

Vraag meteen een gratis proefles aan!